Tags

, , , , , , , , , ,

In Utrecht is het Nederlands Filmfestival begonnen. Dit jaar wordt Rijssens stille oorlog vertoond, gemaakt door Emile van Rouveroy. Het werkstuk wordt gepresenteerd als ‘documentaire’ en maakt kans op een Gouden Kalf. In oktober wordt deze ‘documentaire’ door de IKON uitgezonden. De titel verwijst naar het Overijsselse dorp Rijssen, waar zich volgens Van Rouveroy een ‘stille oorlog’ afspeelt tussen “gematigde moslims en strenggelovige protestanten”.

Ik heb hier het woord ‘documentaire’ steeds tussen aanhalingstekens gezet. Dat heeft een reden. We zijn inmiddels gewend geraakt aan ‘documentaires’ die niet in de eerste plaats bedoeld zijn om op een evenwichtige manier de kijker over een bepaald verschijnsel te informeren, maar vooral dienen om hem de visie van de maker op te dringen. De bekendste voorbeelden zijn uiteraard de ‘documentaires’ van de Amerikaans regisseur Michael Moore, maar ook Geert Wilders’ film Fitna hoort in dit rijtje thuis.

En nu is er dus Emile van Rouveroy. Ook zijn ‘documentaire’ is een politiek pamflet. Daarvoor hoef je de film niet gezien te hebben – die is nog niet vertoond -, want in een interview in Trouw laat hij over zijn bedoelingen geen twijfel bestaan. Op de vraag of hij “zo’n ouderwetse linkse ontmaskeraar” is zegt hij: “Als je me zo noemen wilt, prima. Dominees bedrijven in Rijssen politiek. Zo moet het niet zijn. Ze geven Gods woord door – meer niet. Er zijn machten binnen de refogroepen die despotisch te noemen zijn, de voorbeelden heb ik je net gegeven. Machtsstructuren houden mensen in die groepen gevangen.” Even eerder zegt hij: “Ik wil in de film laten zien dat religie een vertegenwoordiger is van de macht. Een macht waar onvoldoende controle op is. Er is religieuze terreur, merk ik.”

Hij erkent met zoveel woorden dat hij niet terugschrikt voor manipulatie om dat doel te bereiken. Op het verwijt dat hij suggereert dat in Rijssen de integratie anders verloopt dan elders zegt hij: “Ik denk dat Rijssen wat integratie betreft geen uitzondering is. Ik beken, de suggestie dat het in Rijssen anders loopt zit er inderdaad wel in. Ook de filmtitel ’Rijssens stille oorlog’ is een forse titel. Dat is zeker waar.” En dan geeft hij ook nog eens volmondig toe dat hij bewust de extremen heeft opgezocht. “Je moet wel mensen aantrekken om te komen kijken.”

Zijn benadering is natuurlijk geen probleem wanneer het om een speelfilm zou gaan. Iedereen weet dat een speelfilm vrij omgaat met feiten en die naar zijn hand kan zetten. Maar de aanduiding ‘documentaire’ suggereert dat feiten eerlijk worden weergegeven. Daarbij hoort ook de context. De uitlatingen van de ‘extremen’ in de film zullen vast wel correct zijn weergegeven. Maar er wordt gesuggereerd dat deze typerend zijn voor Rijssen. En dat is, zoals de interviewer correct opmerkt, niet het geval. De filmmaker weet dat wel – hij is er zich heel goed van bewust dat ongeveer de helft van het dorp lid is van een relatief gematigde kerkelijke gemeente. Die heeft hij bewust genegeerd, omdat die niet in zijn vooringenomen beeld van Rijssen past.

Het gebrek aan respect waarmee Geert Wilders de islam en de moslims benadert heeft zijn pendant in het gebrek aan respect waarmee Emile van Rouveroy orthodoxe christenen te kijk zet. In plaats van de kijker wijzer te maken en hem inzicht te geven in een gemeenschap en een manier van denken en leven die hij waarschijnlijk niet of nauwelijks kent, bevestigt hij alle vooroordelen die tegen orthodoxe protestanten zoals in Rijssen bestaan.

Maar daarvoor hoef je geen documentaire te maken. Dan kun je veel beter de Volkskrant of NRC Handelsblad lezen. Dat is ook nog eens veel goedkoper.