Tags
50Plus, Diederik Samsom, Hans Spekman, Mark Rutte, Nederlands Dagblad, polarisatie, PvdA, PVV, Reformatorisch Dagblad, SP, Trouw, Tweede Kamer, verkiezingen, Volkskrant, VVD
Vrijwel iedereen was verrast door de stembusuitslag van 12 september. Dat VVD en PvdA elkaar dicht genaderd waren en dat het vooral de vraag was wie van de twee de grootste zou worden stond – op grond van de laatste opiniepeilingen – wel vast. Dat deze twee partijen zoveel zetels zouden winnen kwam als een verrassing. Nog maar twee jaar geleden lieten de verkiezingen een heel ander resultaat zien. De grootste partij werd de VVD met slechts 31 zetels. Alle andere partijen waren – soms zelfs aanzienlijk – kleiner. De conclusie was dat de Nederlandse politiek zich in een onomkeerbaar proces van versplintering bevond.
Kan die conclusie nu bij het grofvuil worden gezet? De commentaren in de media lijken daarop te wijzen. Trouw meent dat de kiezers de polarisatie zat zijn. Volgens De Volkskrant is het midden terug. De commentator van het Nederlands Dagblad schrijft dat de uitslag zou kunnen wijzen op het begin van het ontstaan van een tweepartijenstelsel. Dat gaat allemaal wat te snel. Eerst moet maar eens duidelijk worden waar de verschillende partijen echt staan wanneer de stofwolken van de verkiezingscampagne zijn gaan liggen. Een analyse van de kiezersstromen – wie won van wie? – is ook wel handig om meer inzicht te krijgen in de beweegredenen van de kiezers.
Eén ding staat vast: veel kiezers hebben niet het hokje van hun eerste keuze rood gemaakt maar ‘strategisch’ gestemd. Ze wilden bereiken dat ‘links’ dan wel ‘rechts’ een meerderheid zou krijgen en daarom voor de PvdA dan wel de VVD gekozen. De kleinere partijen hebben daarvan de gevolgen gemerkt. Uit het uitblijven van groei bij de SP en het verlies van de PVV kan niet zonder meer worden geconcludeerd dat de flanken zijn verzwakt. Het gedachtengoed dat kiezers er twee jaar geleden toe gebracht heeft, hun stem op één van die partijen uit te brengen, is immers niet verdwenen. Een deel van dat gedachtengoed is door de twee winnaars van 12 september overgenomen. Diederik Samsom en Hans Spekman hebben de ideologische kussens van de PvdA opgeschud en de VVD heeft zich de laatste jaren steeds meer naar rechts bewogen. De overwinningen van deze partijen kunnen dus niet zomaar worden uitgelegd als een terugkeer naar het midden. Met de beste wil van de wereld kan men de VVD niet als ‘middenpartij’ beschouwen. Dat etiket past dan verhoudingsgewijs eerder bij de PvdA. Samsom is erin geslaagd het ideologisch blazoen van de PvdA op te poetsen zonder zich al te ver van het centrum te verwijderen.
Is de politieke versplintering tot staan gebracht? Daar lijkt het niet op. In elk geval is het aantal in de Tweede Kamer vertegenwoordigde partijen niet afgenomen. Er is er zelfs één bijgekomen: 50Plus, die pretendeert de ouderen te vertegenwoordigen. Het feit dat dit een partij is die exclusief opkomt voor het belang van één bepaalde groep Nederlanders is een teken van de tijd. Mensen zoeken in de politiek naar een partij of naar politici die hun belangen vertegenwoordigen of een hun welgevallig standpunt uitdragen over een specifieke kwestie die hun na aan het hart ligt. Dat kan van alles zijn: dierenwelzijn, ‘islamisering’, criminaliteitsbestrijding of de zorg. Er zijn steeds minder kiezers die vanuit een bepaalde levens- of wereldbeschouwing hun keuze in het stemhokje bepalen. Het gevolg is dat in de ogen van velen de politiek is versplinterd: er bestaan alleen maar losse ‘issues’, tussen welke geen samenhang wordt waargenomen. Op die ‘issues’ worden partijen dan ook afgerekend. Het is helemaal niet ondenkbaar dat wanneer de winnaars van 12 september de in hen gestelde verwachtingen niet waarmaken, ze bij de volgende verkiezingen de zetels die ze deze week gewonnen hebben, zomaar weer kwijtraken.
Een politiek tweestromenland zie ik daarom niet direct ontstaan. Daarvoor is de invloed van het strategisch stemmen te groot. Bovendien is er zo’n grote verscheidenheid aan opvattingen over vrijwel alle politieke en maatschappelijke kwesties dat het nauwelijks voorstelbaar is dat die in twee grote politieke partijen onderdak vinden. Trouw slaat dan ook de plank mis wanneer het suggereert dat de kiezer genoeg heeft van polarisatie. De grote winst van VVD en PvdA laat eerder het tegendeel zien: die is het resultaat van een groeiende polarisatie. De campagne van Mark Rutte tegen de ‘socialisten’ onderstreept dat de polarisatie eerder groter dan minder wordt. Dat maakt de kans op een stabiele regeringscoalitie er niet groter op. VVD en PvdA hebben zich tijdens de verkiezingscampagne op niet mis te verstane wijze tegen elkaar afgezet. Dat laat zich niet zomaar wegpoetsen. Bij de achterban zijn verwachtingen gewekt die beide partijen – op straffe van zetelverlies bij volgende verkiezingen – ook moeten waarmaken. In een analyse in het Reformatorisch Dagblad wordt er terecht op gewezen dat de VVD niet kan doen alsof er niets is gebeurd. Rutte heeft geen mandaat gekregen om zijn beleid ongewijzigd voort te zetten. “Rutte moet koers verleggen”, staat boven het artikel. De vraag is of hij daartoe bereid en in staat is en zo ja, of zijn achterban hem daartoe de gelegenheid geeft.
Het is een illusie dat Nederland snel een stabiel kabinet zal krijgen dat de problemen waarvoor het zich gesteld ziet, effectief te lijf kan gaan. De omvang van de beide potentiële coalitiepartners zou wel eens eerder een nadeel dan een voordeel kunnen blijken te zijn. Een bindmiddel in de vorm van een derde coalitiepartner kan een positief effect hebben. Maar welke politieke partij wil deelnemen aan een coalitie waarvoor ze getalsmatig niet nodig is? Ze zal snel ondergesneeuwd raken en bij pogingen zich te profileren kan ze zonder problemen – met dank voor bewezen diensten – aan de kant worden gezet.
Op 12 september is er in Nederland wel iets onverwachts gebeurd. Maar vooralsnog is er uit Den Haag niet iets fundamenteel nieuws te melden.